03-29-2005 Brief 1e Kamer aan Schultz

 

 

Griffie nr. 127752.151

De staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat

Mevrouw drs. M.H.Schultz van Haegen-Maas

Geesteranus

Plesmanweg 1-6

2597 JG Den Haag

 

 

 

 

Den Haag, 29 maart 2005

De vaste commissie voor verkeer en Waterstaat van de Eerste Kamer heeft tot haar ongenoegen moeten vaststellen dat in de toelichting bij het Besluit van de Minister van Verkeer en Waterstaat tot wijziging van het Instellingsbesluit Commissie Deskundigen Vliegtuiggeluid 2003, d.d. 28 januari 2005/ Nr. DGL/05.u00438, sprake is van een onzorgvuldige formulering die onnodig tot verwarring kan leiden. In de toelichting is voor een formulering gekozen waarin alleen verwezen wordt naar de overgangsartikelen in de Schipholwet. Dat is verwarrend, omdat de verwijzing naar de PKB 1995 is weggelaten. Precies daarover gaat nu al jaren de discussie.

De commissie hecht er aan er nog eens op te wijzen dat de vraag of ‘het nieuwe stelsel in vergelijking met de PKB 1995 een gelijkwaardige bescherming biedt’ het uitgangspunt dient te blijven bij de evaluatie van de Schipholwet en bij de uitvoering van de motie-Baarda.

De commissie vertrouwt er op dat de toelichting bij het besluit ook als zodanig gelezen moet worden, zodat de Commissie Deskundigen Vliegtuiggeluid vanuit dit uitgangspunt haar werkzaamheden kan aanvangen.

 

De griffier van de commissie,

 

B. Nieuwenhuizen.

 

c.c.: Commissie Deskundigen Geluidshinder