Evaluatie Schipholbeleid in opdracht van de ministeries van V&W en VROM, januari 2006
Raport Novioconsult van Spaandonk BV
Pag 12
Op grond van het uitgevoerde onderzoek komen wij tot een genuanceerd
antwoord op de evaluatievraag.
Vooropgesteld moet worden dat uit de vergelijking en analyse van de
beschouwde stelsels naar voren komt dat er geen ideale oplossing bestaat. Alle
stelselvarianten kennen één of meer zwaarwegende nadelen. Aan welk stelsel
men de voorkeur geeft is daardoor in belangrijke mate afhankelijk van de wijze
waarop men de specifieke voor- en nadelen verbonden aan het stelsel weegt.
Uiteindelijk is dat een vooral politieke vraag.
Binnen het gekozen beleidsuitgangspunt van het streven naar normale, gebruikelijke
verhoudingen is de gemaakte keuze voor een formeel wettelijk stelsel min
of meer efficiënt te noemen. Het stelsel kent een aantal belangrijke voordelen
waarbij met name in het oog springt dat de bindende werking groot is, het
stelsel redelijk flexibel is en het een redelijk geschikte oplossing biedt voor het
normadressantenprobleem. Tegelijkertijd kent het stelsel echter als belangrijk
en in onze ogen zwaarwegend nadeel de zeer gebrekkige rechtsbescherming
voor omwonenden. Tenslotte neemt Schiphol - in weerwil van het gehanteerde
beleidsuitgangspunt - een in juridisch opzicht juist zeer afwijkende en unieke
positie in.
Voorts komen wij tot de conclusie dat - nog steeds binnen het kader van het
genoemde uitgangspunt - beter had moeten worden onderzocht (of in ieder
geval beter had moeten worden gemotiveerd) of en op welke wijze het voorgestane
beleid binnen een PKB-stelsel had kunnen worden gerealiseerd en wat de
voor- en nadelen van een PKB-stelsel zijn. Ook de privaatrechtelijke variant van
het werken met een vergunningstelsel voor de bedrijfsvoeringsaspecten verdient
naar onze mening een grondiger beschouwing.
Tenslotte is uit het onderzoek naar voren gekomen dat het gekozen
uitgangspunt van het streven naar normale, gebruikelijke verhoudingen niet
volledig consequent is (en kan worden) doorgevoerd. Het is daardoor naar onze
mening uiteindelijk ook niet houdbaar als onverkort te handhaven uitgangspunt
voor het Schipholbeleid. Tevens lijkt dat uitgangspunt voor zowel sectorpartijen
als omwonenden van ondergeschikt belang; het inhoudelijk te bereiken resultaat dient voorop te staan. Wanneer men het uitgangspunt laat varen, komen ook publiekrechtelijke stelselvarianten in aanmerking voor nader onderzoek.