Webbericht MNP gelijkwaardigheid Schiphol

Voorgestelde nieuwe milieugrenzen voor Schiphol bieden minder bescherming 

Aanleiding

Op 25 mei 2007 heeft minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat zijn visie aan de Tweede Kamer gegeven op de gewenste herziening van de normstelling voor Schiphol (TK, 29655, nr. 47). In een aparte tweede brief die hiermee verband houdt, gaat de minister in op de noodzakelijke actualisatie van de gelijkwaardigheidscriteria voor Schiphol (TK, 29665, nr. 46). De wet luchtvaart bepaalt dat bij herziening van de normstelling de bescherming van de omgeving per saldo minimaal gelijkwaardig moet zijn aan de bescherming die de eerste luchthavenbesluiten bieden.

Vaste milieugrenzen uitgangspunt van beleid

Het MNP heeft in zijn brief op 4 mei bepleit om helder onderscheid te maken tussen het hanteren van vaste milieugrenzen en de keuze om een eerder optimistisch geschat aantal vliegbewegingen te kunnen realiseren. Ook wordt in deze brief ingegaan op het normenstelsel voor geluid. 

Het beleid is sinds het besluit over de vijfde baan (1995) steeds nadrukkelijker uitgegaan van ontwikkeling van de luchthaven Schiphol binnen vaste milieugrenzen. Groei van het vliegverkeer is afhankelijk gemaakt van verbetering van de vloot of beter gebruik van de luchthaven en de routes. 

Het meest bepalend voor de ruimte die de luchtvaartsector heeft om zich te ontwikkelen is de vaste milieugrens of ‘oer-norm’ voor het maximale aantal van 10.000 woningen met geluidbelastingen boven 35 Kosteneenheden (Ke). Door de jaren heen zijn diverse schattingen gemaakt van het aantal vliegtuigbewegingen dat in de toekomst mogelijk zou moeten zijn binnen deze norm. Hierbij zijn aannames gedaan over het stiller worden van vliegtuigen en over het te realiseren vliegpatroon. Dat aantal geschatte, en verwachte vliegbewegingen was niet formeel maatgevend maar informatief voor de politieke besluitvorming, o.a. rond de vijfde (Polder-)baan. Volgens de meest recente inzichten zijn naar schatting momenteel (2007) circa 470.000 bewegingen mogelijk binnen de ‘oer-norm’ van 10.000 woningen.

Huidige praktijk van vliegen leidt tot overschrijding grenswaarden bij 440.000 vliegbewegingen 

Vanwege de nadrukkelijke politieke eis om woongebieden rond Schiphol te beschermen tegen het vliegtuiggeluid, is de ‘oer-norm’ vertaald in een stelsel met grenswaarden in handhavingspunten. Doordat de verdeling van de vliegtuigen over de banen anders is en vliegtuigen de routes overdag minder goed kunnen volgen dan verwacht, zijn in 2006 de grenswaarden overschreden terwijl op andere punten sprake is van aanzienlijke onderschrijdingen. In 2006 werden circa 440.000 vliegbewegingen uitgevoerd. Als deze situatie langere tijd zou voortduren, dan zou waarschijnlijk blijken dat minder dan de maximale 10.000 woningen belast worden met meer dan 35 Ke. In het kabinetsstandpunt van april 2006 wordt daarom gesproken over milieuruimte die in de praktijk niet benut kan worden door het vliegverkeer. 

Binnen oernorm kan onbenutte milieuruimte tot 470.000 vliegbewegingen beschikbaar komen

In het kabinetsstandpunt is voorgesteld om deze ‘onbenutte milieuruimte’ beschikbaar te maken door overschrijdingen van de grenswaarden op één of enkele handhavingspunten toe te staan mits deze worden gecompenseerd door onderschrijdingen op andere punten (saldering). Binnen de oernorm van 10.000 woningen zou dit een geschatte ruimte voor het vliegverkeer opleveren van maximaal circa 470.000 bewegingen. De maximale milieuoverlast neemt dan wel toe ten opzichte van de huidige situatie.  

Voorgestelde aantal van 507.000 vliegbewegingen leidt tot 800 geluidbelaste woningen boven de norm

In de brief van de minister wordt voorgesteld om de ruimte voor het vliegverkeer te verhogen naar 507.000 vliegbewegingen. Dit aantal is gebaseerd op de ruimte die de oernorm biedt, uitgaande van de inzichten over het vliegverkeer bij de opening van de vijfde baan. In de huidige praktijk blijkt er meer over de bebouwing te worden gevlogen dan destijds is aangenomen. Het combineren van een aantal van 507.000 vliegbewegingen met de huidige vliegpraktijk leidt dan ook tot meer geluidbelaste woningen dan toegestaan volgens de oernorm van 10.000. Het blijkt te gaan om 800 extra hoogbelaste woningen. De politieke keuze om jaarlijks 507.000 vliegbewegingen toe te staan, impliceert dat het uitgangspunt van groei binnen vaste milieugrenzen wordt losgelaten.